Vidar.nl maakt alleen gebruik van noodzakelijke cookies
Taalcafé in de Zuidkamer: leerzaam én verbindend
28 november 2024
Vidar is één van de organisaties die wekelijks gebruik mag maken van De Zuidkamer. Dit is een ontmoetingsplek in het winkelcentrum Zuidhof in Geleen waar wijkbewoners terecht kunnen met allerlei vragen. Verspreid over de week zijn vertegenwoordigers van verschillende organisaties aanwezig om wijkbewoners te helpen. Zo ook Vidar. Al zoekende naar een efficiëntere invulling van deze plek, ontstond begin dit jaar het idee om de ruimte te gebruiken als taalcafé.
Iedere dinsdagochtend is Vidar aanwezig in De Zuidkamer. Aanvankelijk vooral met als doel om inwoners met uiteenlopende hulpvragen te woord te staan, maar het gevoel dat er nog meer in het vat zat overheerste. “Toen kwam vanuit Vidar in de wijk het idee om de ruimte te gebruiken als locatie voor taallessen”, zo licht Marjo van den Broek, participatiecoach binnen Vidar, toe. “Onze collega’s van Vidar in de wijk begeleiden inwoners met een bijstandsuitkering die moeite hebben met het vinden van werk, maar wel graag aan de slag willen. Zij helpen hulpbehoevende buurtbewoners met diverse klusjes. Op die manier krijgen zij de kans om op een laagdrempelige manier werkervaring op te doen. In de praktijk blijkt echter dat veel deelnemers de Nederlandse taal nog niet (goed) spreken. Dat maakt communiceren op de werkvloer lastig. En uiteindelijk belemmert onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal het inwoners ook om een baan of vrijwilligersplek te vinden. Daarom hebben we begin dit jaar besloten om het taalcafé op deze locatie een kans te geven.”
Inmiddels bestaat het deelnemersveld uit een mix van inwoners met verschillende culturele achtergronden. Sommigen verblijven pas kort in Nederland, anderen wonen hier al jaren. Marjo: “Wat ze gemeen hebben is een slechte tot matige beheersing van de Nederlandse taal en het hebben van een bijstandsuitkering. Maar óók de motivatie en de wil om te leren. Want deelname is voor niemand verplicht. Je bepaalt zelf of je hier wilt zijn.”
De taallessen worden verzorgd door taalvrijwilligers. Op deze dinsdagochtend zijn dat Ouafa, Hettie, Joyce, Els, Debbie en Laura. De dames kunnen zich de allereerste keer dat het taalcafé open ging nog goed herinneren: “Wij hadden volgens mij meer zenuwen dan de deelnemers”, blikt Hettie met een glimlach terug. Inmiddels hebben de zenuwen plaatsgemaakt voor gezelligheid en wederzijds respect. Zowel de deelnemers als de taalvrijwilligers leren hier van elkaar. Hettie licht toe: “Het is een taalcafé, géén school. Niets moet. De onderlinge sfeer is gezellig en het helpt ook dat we de mensen steeds beter leren kennen.” Ouafa vult aan: “De mensen die hier komen zijn echt gemotiveerd en hebben er zin in. Natuurlijk merk je ook wel eens dat er sprake is van schaamte, een afwachtende houding of de angst om fouten te maken. Maar meestal vallen deze drempels na een tijdje weg. We zien ook echt dat de deelnemers progressie maken. Daar doen we het voor.”
Met bijna een volledig jaar op de teller lijkt niemand nog te twijfelen over het nut van het taalcafé. Marjo zou zelfs graag willen uitbreiden om ook inwoners zonder bijstandsuitkering uit de wijk een kans te bieden: “Maar dan moeten er ook voldoende taalvrijwilligers zijn. De vraag is ook of we hier de ruimte hebben voor extra deelnemers.” Voorlopig blijft het taalcafé dus ‘besloten’ en is het enkel toegankelijk voor wie vanuit Vidar wordt doorverwezen.